U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Twee seventies trouwjurken
In het jaar 1970 worden in Nederland maar liefst 124.000 huwelijken gesloten. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat nauwgezet dit soort trends bijhoudt, een regelrechte piek. Hierna treedt de daling definitief in en zijn Nederlanders een stuk minder trouwlustig geworden, onder andere door de opkomst van het geregistreerd partnerschap. In 2023 trouwen ‘nog maar’ 63.000 stellen.
Een deel van die 124.000 bruidsparen heeft mogelijk hun trouwkleding al eens bij een museum aangeboden. Ook hun nazaten vinden het meestal zonde deze zo betekenisvolle jurk of het degelijke zwarte pak zomaar weg te doen. Trouwkleding wordt nu eenmaal veel bewaard, gevonden en herkend als huizen en zolders worden leeggeruimd. In de top tien van kledingaanbiedingen aan een collectie als die van het Nederlands Openluchtmuseum staat de trouwjurk op plaats één, met de doopjurk en baby- of kinderkleding als goede tweede en derde.
Of er nu veel of minder wordt getrouwd, de hele vormgeving van deze bijzondere dag heeft van oudsher alle betrokkenen beziggehouden. Wat trekken we aan? In het wit of juist een kleur? Wordt de jurk zelf gemaakt of besteed je dat uit? Wordt een jacquetkostuum voor de bruidegom gekocht, geleend of gehuurd? Welke koninklijke of andere stijliconen zijn er net getrouwd? Trouwmode verwijst altijd enigszins naar de eigentijdse mode, naar het vasthouden aan of juist het loslaten van tradities, en daarmee ook naar de heersende tijdgeest. Binnen de modecollectie van het Openluchtmuseum vormen twee trouwjurken uit de jaren ‘70 hier interessante voorbeelden van.
In 1970 wordt de modieuze verlovingsjurk van de Leidse Marie Catharina Briët gewassen en gestreken op een plaatselijke huishoudschool. Haar kleindochter wil de jurk, vervaardigd in 1911, graag aan op haar eigen bruiloft. De elegante, sluik vallende jurk van katoenen broderie, uitbundig versierd met ingezette delen kant, past perfect in de romantische mode van de jaren ’70. Vintage mode is dan in opkomst. ‘Ik vond hem mooi en niet te opvallend’, aldus de bruid van toen, ‘het bespaarde mij bovendien een zoektocht naar een geschikte jurk.’ De gekleurde onderjurk, typerend voor de zomermode van begin 1910, moet wel nieuw gemaakt, maar wordt op haar verzoek ook wit. Twee van haar nichtjes raken geïnspireerd en dragen de jurk op hun eigen huwelijk in 1974 en 1975. Elk voegen ze hun eigen accessoires toe. Zo krijgt deze fraaie verlovingsjurk als bijzonder familiestuk een verlengde geschiedenis.
De paarse trouwjurk van de Friese Grietje van Veen-Postma is gemaakt naar een papieren Simplicity-naaipatroon, in 1974 verkrijgbaar in stoffenwinkels door heel Nederland. Grietjes moeder, Jantje Postma, die als coupeuse vaker kleding voor anderen maakt, past het patroon zelf aan. Ze voegt op het lijfje een laag kant met zelf geborduurde bloemen toe, waarvan ze er een aantal uitknipt voor op de rok. Ook maakt ze voor Grietje een tasje met trekkoord. Sluier en sleep blijven achterwege. Grietje kiest een opvallende paarse stof uit, omdat ze dat een heel mooie kleur vindt. Zo wordt haar trouwjurk naar een standaardpatroon toch een persoonlijk stuk, dat samen met het geknipte naaipatroon en het gebruikte paarse garen aan de museumcollectie is toegevoegd.
Rosalie Sloof
Conservator Modekleding
Beide trouwjurken zijn tot en met 16 februari 2025 te zien op de tentoonstelling Ja, Ik Wil in het Fries Museum te Leeuwarden.