U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
In het Openluchtmuseum breekt de ijstijd aan
Even lekker een ijsje halen. Het is nu een vast onderdeel van ons dagelijks leven. Zeker op warme dagen, als we op de fiets verkoeling zoeken, strijkt half Nederland neer bij een ijssalon. Dat ijs heeft een lange voorgeschiedenis.
Voor zover we nu weten maakte men 2500 jaar geleden in Perzië al zoiets als eetbaar ijs. Het zou zeker 2000 jaar duren voordat het Europa veroverde. Lange tijd bleef het een privilege van koningen en keizers. Die hadden ijskelders of konden hun keukenpersoneel de berg opsturen om sneeuw te gaan halen. Pas in 1674 verschijnt er een eerste ijsrecept in een Frans kookboek en kan in principe iedereen het maken. Maar ijs bereiden vergt tijd en ervaring en de ingrediënten: melk, slagroom, suiker en smaakmakers als vanille of chocolade, waren duur.
Hoe maak je ijs? Het grondbeginsel is eigenlijk niet zo moeilijk. Bijgaande hand-ijsmachine uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum toont het principe. Het houten tonnetje vul je met ijsschaafsel gemengd met zout, waardoor het superkoud wordt. Hierin plaats je een metalen emmertje met het melk-slagroom-suiker-smaakstof mengsel. Door aan de zwengel te draaien klop je lucht in het mengsel en vormen er zich geen grote ijskristallen waardoor een egale smeuïge ijsmassa ontstaat: eet smakelijk! Dat kinderen ijs onweerstaanbaar vinden is van alle tijden. In de tijd dat je het nog zelf moest maken waren er al kinder-ijsmachines waarmee je kon spelen alsof je een heerlijk vanille-ijsje bereidde. Welk kind van tegenwoordig zou zo’n apparaat nog herkennen?
Bij ijs denken we tegenwoordig al snel aan Italië. In Utrecht (1928) opende de allereerste Italiaanse ijssalon van Nederland. Het was een boerenzoon uit de Dolomieten, Guido De Lorenzo, die zijn geluk hier beproefde. Midden in de crisisjaren bouwde hij vanaf de grond een bedrijf op, zonder startsubsidie, zonder arbeidsbureau, zonder wat voor steun dan ook, en eerst nog vooral met ijscokarretjes de straat op. Door het destijds hypermoderne neonlicht, de spiegels, Italiaanse muziek en het heerlijke ijs zou het in 1960-1970 uitgroeien tot een van de mooiste en meest bezochte horecagelegenheden van Utrecht. Guido werd in 1992 bovendien geridderd in de orde van Oranje-Nassau en eindigde in 2000 bij de verkiezing ‘Utrechter van de eeuw’ als derde.
Precies deze zaak opent deze zomer wederom haar deuren in ons museum, geheel in sixties-stijl, compleet met de Italiaanse muziek van toen en zelfs met de originele acht smaken. Kom - zodra het weer mag - naar het Nederlands Openluchtmuseum en proef de geschiedenis.
Hans Piena
Conservator Werken
Dit vind je misschien ook leuk
-
Ambacht & Gereedschap
Voor ieder ambacht een uniek gereedschap
In de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum bevinden zich allerlei gereedschappen die bij verschillende beroepsgroepen in gebruik zijn geweest.
-
Nederlandse ambachten
Van generatie op generatie
Tijdens de Middeleeuwen ontstaan in de Nederlandse steden allerlei verschillende ambachten. Denk bijvoorbeeld aan bakkers, smeden, brouwers en molenaars. Ook op het platteland worden veel inventieve uitvindingen gedaan die uitgroeien tot ambachten, zoals het bewerken van vlas of het maken van klompen.
-
Amsterdamse witwerkers
De IKEA van de 18e eeuw