Nederland Kampeerland
Generaties Nederlands brachten en brengen weekenden en vakanties op de camping door. Vouwwagens, tenten, caravans, gastoestelletjes, campingstoeltjes: In Nederland wonen talloze kampeerliefhebbers. Is dat altijd al zo geweest? Sinds wanneer kamperen wij massaal? En kun je ook 'leren' kamperen?
Voor veel Nederlanders is het vanzelfsprekend. Zodra de vakantieperiode begint, wordt de auto volgeladen en kan de jaarlijkse kampeervakantie beginnen! De helft van alle vakantiegangers vertrekt naar het buitenland, maar ook kamperen in Nederland zelf is minstens zo populair. Nederlanders zijn dol op kamperen. Maar waar komt die drang naar vrijheid en ‘één zijn met de natuur’ eigenlijk vandaan? Waarom is kamperen, de Nederlandse volkssport nummer één?
Camping Anna’s Hoeve in Ommen is dé plek waar vroeger kampeercursussen door de ANWB werd gegeven. Wie een oefenkamp goed doorstond, kon in het bezit komen van een kampeerpaspoort. Het eerste Nederlandse kampeerterrein wordt geopend in 1925. Hoewel kamperen in eerste instantie bedoeld was om te ontsnappen aan de drukte van alledag en te verblijven in vrijheid, werden er in 1936 al kampeerkaarten ingesteld; een verplichte registratie voor iedereen die wilde kamperen. De ANWB nam in 1939 de uitgifte van de kaarten over en verspreidde al snel het blad Kampeer Kampioen. Het enthousiasme voor kamperen steeg pas echt na de oorlog, toen de ANWB begon het met organiseren van kampeercursussen.
Hoewel er ontzettend veel vakantiegangers leerden kamperen in Ommen, nam de populariteit van de kampen tegen het eind van de jaren zestig toch af. Men vond de adviezen van kampmentoren té belerend en wilde liever zelf uitvinden hoe je het beste kon kamperen. De afschaffing van de kampeerkaart en het kampeerpaspoort in 1974 kwam voor de meeste mensen dan ook niet onverwachts. De ANWB verkocht daarom het terrein in Ommen en begon op andere plekken meer luxe kampen te geven.
De populariteit van de kampeerkampen mocht dan wel afnemen, het aantal kampeerders bleef daarentegen alleen maar groeien. Steeds meer vakantiegangers kwamen in het bezit van een auto, wat ook betekende dat het aantal caravanbezitters in Nederland enorm snel steeg. Waar de teller in 1959 nog op 1.000 stond, was dat een ruime twintig jaar later 400 keer zoveel, namelijk op 400.000 caravans. Een Nederlandse caravanproducent die een grote rol heeft gespeeld in deze ontwikkeling, is Kip. De firma van Jan Kip specialiseerde zich vanaf 1947 in het maken van toercaravans.
Dat Nederland het kamperen inmiddels goed onder de knie heeft en er dol op is, dat is wel duidelijk! Zowel de tent als de caravan zijn goed geïntegreerd in de Nederlandse cultuur. De Stacaravan Pemberton in het Openluchtmuseum heeft 43 jaar lang op Camping De Tol in Nunspeet gestaan en is al die tijd nauwelijks verplaatst. Hele generaties stadsbewoners brengen elk weekend met mooi weer en de vakanties door in deze caravan.
Het staat buiten kijf; Nederland houdt van kamperen en er zullen maar weinig Nederlanders zijn die nog nooit met hun tentje of caravan op pad zijn gegaan. Blijven we in de toekomst net zo gek op het verlangen naar de vrije natuur of zal het kampeersucces de komende jaren afnemen?
Dit vind je misschien ook leuk
-
Souvenirs: Wat neem jij mee?
Het ligt voor de hand dat je een aandenken wilt als je een stad of streek hebt bezocht. Als je deze zomer op vakantie gaat, is de kans groot dat je op zoek gaat naar een souvenir. Misschien heb je van te voren bedacht wat het gaat worden of doe je ter plekke een impuls aankoop: een mok of een magneet voor op de koelkast.
-
Stacaravan Pemberton
Ieder mooi weekend naar de camping.
-
Avontuurlijk kamperen
Veel Nederlanders brengen de zomer van 2020 én 2021 in eigen land door. Velen zullen kampeerspullen tevoorschijn halen, of ze zelfs nieuw aanschaffen. Hoe ging dat vroeger?