U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
‘Money, meneer?’ Commerciële exploitatie van de streekdracht
Op ansichtkaarten en foto’s met kinderen in streekdracht uit Arnemuiden dragen deze kinderen soms extreem grote sieraden. Doorgaans hebben we hier te maken met jongens en meisjes die zich tegen betaling door toeristen lieten fotograferen bij het station van Vlissingen of op de donderdagse markt in Middelburg.
Toerisme
In het begin van de twintigste eeuw kwamen Engelse toeristen tijdens de zomermaanden vanuit de Belgische badplaatsen voor een dagtocht naar Middelburg. Of ze namen vanuit Engelse kustplaatsen de boot naar Vlissingen. Op de donderdagmarkt in Middelburg genoten de toeristen van de marktgangers, die in de eerste decennia van de twintigste eeuw nog volop hun lokale streekdrachten droegen.
Op monnie gaan
De vissersplaats Arnemuiden ligt vlak bij Middelburg. De bevolking was aan het begin van de twintigste eeuw over het algemeen niet welvarend. De vrouwen leurden in Middelburg met vis. Ze probeerden soms iets extra’s te verdienen door hun kinderen tegen betaling te laten fotograferen door toeristen. Dit gebruik noemde men wel 'op monnie gaan' (monnie=money). Hiervoor kleedden zij hun kroost mooi aan. Dikwijls in combinatie met sieraden van hun ouders, die eigenlijk te groot waren voor de kinderen. Als je geen dochter had, ‘leende’ je een nichtje. En als er geen kleine meisjes in je familie voorhanden waren, kon je ook je zoon of je jongere broertje als meisje aankleden. In 2010 vertelt Maatje Meulmeester (*1928) dat ze als meisje meerdere keren met haar moeder en broertje naar Middelburg is geweest voor ‘money meneer’: “Dat deden er meer uit Arnemuiden. We gingen voor het stadhuis van Middelburg staan. Dat was echt niet van weelde […] Ik vond het niet leuk hoor. Je moest in de palle zon staan. De toeristen kwamen met bussen aan. Ik moest opletten van moeder dat ik ‘frangen’ kreeg. In duiten zat een gatje. Die waren niet zo veel waard.”
Vorm van bedelarij
Het ‘op monnie gaan’ werd door de lokale overheid gezien als een vorm van bedelarij. In de jaren dertig wilde het stadsbestuur van Middelburg deze bezigheid beëindigen en liet de politie hiertegen optreden. Adriana de Nooijer (*1930) herinnert zich in 2010 nog dat haar moeder destijds bekeurd werd: “Ze liep eens met mij aan een handje op de Markt in Middelburg. ‘Money meneer’ was het dan, 'money voor de baby’. Maar je mocht niet vragen want er liepen stille polities in burger. Ze dwong met haar ogen naar Engelse mensen en dat zag een stille politie. Een bon hoor. Moeder heeft nooit geen ‘money meneer’ meer gezien. Dat was klaar." Toen na de Tweede Wereldoorlog de kinderdracht in Arnemuiden verdween en de welvaart toenam, verdween ook het gebruik om zich in Middelburg te laten fotograferen voor geld.
Streekdracht als verdienmodel
Wie overigens denkt dat het te gelde maken van de klederdracht alleen in Arnemuiden voorkwam, vergist zich. Van Marken is bekend dat toeristen door kinderen werden opgewacht met souvenirs. In Staphorst lieten kinderen zich fotograferen door toeristen, in ruil voor geld of snoep. Deze Markers en Staphorsters doften zich er niet speciaal voor op, maar lieten zich in hun daagse kleren fotograferen.
Jacco Hooikammer
Conservator Nederlandse streekdrachten