U moet Javascript inschakelen om deze website te bezoeken.
U probeert deze website te bezoeken via Internet Explorer.
Deze website ondersteunt Internet Explorer niet.
Vanaf 2019 adviseert Microsoft aan Windowsgebruikers om te stoppen met het gebruik van Internet Explorer als standaard webbrowser.
Overweeg om één van de volgende gratis browsers te downloaden op uw Windowscomputer:
Wij hopen u gauw te mogen verwelkomen op Openluchtmuseum.nl!
Een mantel met pluus
Om haar kleding tegen vocht te beschermen, draagt de Staphorster vrouw bij regen en mist een zwarte wollen cape. Op dit moment (2025) gebruiken de laatste draagsters ze nog steeds. Deze cape wordt in Staphorst ‘mantel’ genoemd. De mantel is gevoerd met warme wollen stof. De voering is meestal zwart en soms donkerblauw van kleur.
Het was tot halverwege de 20e eeuw mode om de voering van de mantel te versieren met plukjes naturelkleurige schapenwol. Een cape met een dergelijke voering werd ‘mantel met pluus’ genoemd. Voor het aanbrengen van deze versiering prikte men telkens twee gaatjes naast elkaar in de stof, waarna een plukje wol door beide gaatjes werd gestoken. Vervolgens werden beide uiteinden samengewreven tot één pluk. Dit gebeurde pas nadat de cape in elkaar was gezet. We zien namelijk dat de plukken wol soms over de naden van de voering heen lopen. De dikte van de plukken en het aantal per voering varieerden en waren afhankelijk van de persoonlijke smaak van de draagster.
Deze versiering met plukjes schapenwol was niet uniek voor Staphorst, maar kwam ook voor in andere Nederlandse streekdrachten. In de verzameling van het Nederlands Openluchtmuseum bevindt zich bijvoorbeeld een cape uit de provincie Groningen met dezelfde plukjes in de voering. Ook in Oost-Drenthe droegen vrouwen capes met deze versiering. Het lijkt er dus op dat we hier te maken hebben met een mode die op diverse plaatsen in Noordoost-Nederland voorkwam. Misschien zelfs ook daarbuiten. Het oudst bekende voorbeeld van een mantel met pluus uit Staphorst komt uit het eind van de 19e eeuw. Het is niet bekend wanneer de versiering precies in de mode kwam.
Nu vraagt de lezer zich inmiddels misschien af: wat zie je nu van zo’n voering? Stel, de cape was natgeregend op weg naar de kerk en op de terugweg was het droog, dan werd de natte cape binnenstebuiten over de arm gedragen. Zo was de versiering voor de andere kerkgangers zichtbaar.
Jacco Hooikammer
Conservator Nederlandse streekdrachten